Rugby

Rugby wordt overal ter wereld gespeeld en is in sommige landen zelfs de populairste sport. In Nederland wordt rugby ook steeds populairder, met name door de sportiviteit in combinatie met de goede sfeer.

Rugby wordt gespeeld met vijftien man aan elke kant. De bedoeling is, simpel gezegd, de bal aan de andere kant van het veld brengen, en de bal te drukken achter de try-line van de tegenstander (geen touchdown, dit heet een try). Op je weg naar de overkant zal de tegenstander proberen je te stoppen. Hier komt de tackle om de hoek kijken. Je mag iemand tackelen, maar dat moet dan wel volgens de regels: boven de enkels en onder de schouders. Alles boven de schouders is een “high tackle”, een vrij zware overtreding.

Een rugbywedstrijd duurt twee keer 40 minuten. Zoals gezegd is de bedoeling de bal aan de overkant te brengen en aldaar een try te scoren. Er zijn echter ook nog andere manieren om punten te scoren: een drop-goal. Bij deze schop tussen de palen is het de bedoeling dat de bal eerst de grond raakt, voordat je de bal schopt. Een drop-goal levert drie punten op, een try levert vijf punten op.

Rugby is een geweldige, fysieke sport, waarbij je jezelf 80 minuten lang pusht om te scoren, of te verhinderen dat de tegenstander scoort, waarna de derde helft begint: misschien wel de belangrijkste helft voor studenten!

Rugby in Nederland

De eerste rugbyclub in Nederland was HFC uit Haarlem, opgericht in 1879 door Pim Mulier. De club koos vier jaar later echter voor voetbal. Aan het begin van de 20e eeuw werden in Nederland door buitenlandse studenten diverse rugbywedstrijden georganiseerd zoals in 1910 in Amsterdam, tussen de Edinburgh Rugbyclub en het Holland-Afrikaans rugbyteam. De echte populariteit kwam echter pas in de Eerste Wereldoorlog, toen Britse soldaten de sport met zich meebrachten.

Holland-Afrikaans rugbyteam, 1910

Holland-Afrikaans rugbyteam, 1910

Op 16 april 2016 herdenken wij dat in Leeuwarden bij L.A.C. Frisia 1883 op de Wilhelminabaan 100 jaar geleden de allereerste rugbyinterland in Nederland werd gespeeld. De Wereldoorlog in 1914-1918 bracht, hoe bizar dan ook, blijvend de rugbysport binnen onze grenzen. Bijna 1500 jonge kerels van de Royal Naval Brigade afkomstig uit Engeland, Wales, Schotland en Ierland waren gestationeerd in Groningen.
Daaruit volgde dat op 16 april 1916 de aftrap in Friesland werd gegeven voor de eerste officieel geregistreerde interland in Nederland, tussen Engeland en Schotland. Dit was compleet met volksliederen, 2500 betalende toeschouwers en de Ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk.
Het was een goed georganiseerde topper dankzij L.A.C. Frisia 1883 en Commodore Wilfred Henderson van de Royal Naval Brigade, zijn naam mag nimmer vergeten worden omdat zijn aandeel voor de vestiging van Rugby in Nederland zeer groot is geweest.

Leo van Herwijnen, oprichter van de Leo van Herwijnen Rugby Foundation

In 1918 werd door onze collega’s in Delft de Delftsche Studenten Rugby-Club opgericht, en vervolgens werd in 1920 de Nederlandse Rugby Bond opgericht. De sport raakte echter in financiële problemen en in 1923 werd de bond weer opgeheven.

Het Nederlands rugbyteam speelde haar eerste wedstrijd in op 1 juli 1930 thuis in Den Haag, ze verloren met 0-6 van het Belgisch rugbyteam. Later dat jaar volgde de tweede wedstrijd in Brussel, die ging met 11-0 verloren. Beide wedstrijden worden echter door Rugby Nederland (destijds Nederlandse Rugby Bond) niet erkend omdat zowel de Nederlandse als de Belgische rugbybond destijds niet bestond. De eerste officiële interland is volgens Rugby Nederland de interland die in 1932 in Amsterdam werd gespeeld, opnieuw tegen België (6-6). Overigens had volgens Rugby Nederland ook die wedstrijd niet mee mogen tellen, maar doet dat toch omdat destijds al wel de Belgische bond bestond en de oprichting van de NRB vergevorderd was. De Nederlandse Rugby Bond maakte in dat jaar onder leiding van Henri van Booven een doorstart en groeide langzaam maar zeker. De vierde interland, die op 18 december 1932 in Eindhoven tegen het Duits rugbyteam verloren werd (11-24) is de eerste interland sinds de officiële oprichting van de NRB. In de rest van de jaren ’30 speelde Nederland een aantal malen tegen België en Duitsland en ook een paar keer tegen Roemenië. Nederland behaalde in deze wedstrijd wisselende resultaten, maar over het algemeen moesten ze het afleggen tegen hun tegenstander.

Zo verging het ook in de jaren ’40, waarin ze regelmatig tegen België en Duitsland speelden. In de jaren ’50 werden er minder wedstrijden gespeeld, waaronder een aantal grote verliespartijen tegen zowel Oost- als West-Duitsland. In de jaren ’60 speelde Nederland vooral wedstrijden tegen West-Duitsland, die ze meestal verloren. Hiernaast gingen ze tegen steeds meer andere landen spelen, zoals Polen, Zweden, Spanje en Tsjecho-Slowakije.

Op 2 mei 1968 wordt door leden van het Rotterdamsch Studenten Corps de Rotterdamse Studenten Rugby Club opgericht. Begin jaren ’70 neemt het rugby buiten de Randstad een vlucht. In een periode van 5 jaar volgen tientallen rugbyclubs het voorbeeld van RSRC, zoals Rugbyclub Wageningen, Bredase Rugby Club, The Dukes en RC Den Helder. Er ontstaan ook rugbyclubs in Dwingeloo, Deventer, Almelo en de Eerste Limburgse Rugbyclub ELRC Grasshoppers te Beek.In Nederland wordt rugby niet alleen door heren gespeeld maar sinds 1975 ook door dames. Tijdens het eerste lustrum van rugbyclub Wageningen werd een wedstrijd georganiseerd voor de vrouwelijke aanhang. Tegen een eveneens uit vriendinnen van spelers bestaand team uit Eindhoven werd de eerste dameswedstrijd op Nederlandse bodem gespeeld.
Bovendien ging het in deze periode steeds beter met het Nederlandse rugbyteam. Ze wonnen meer wedstrijden dan in de voorgaande jaren en bovendien speelden ze ook steeds meer en zelfs tegen de sterke landen, zoals Italië. Dit zette zich door in de jaren ’80, waarin ze veel meer interlands gingen spelen. In deze periode wist het team ook de langste rij overwinningen te maken. Deze begon op 14 oktober met een 27-3 winst op Zweden en eindigde twaalf wedstrijden later met een verlies van 27-14 tegen Tsjecho-Slowakije op 12 april 1987.

De eerste damesrugby interland werd op 13 juni 1982 op Sportpark Strijland bij de Utrechtse Rugby Club gespeeld tussen Nederland en Frankrijk. In 1998 werd de Women’s Rugby World Cup georganiseerd in Amsterdam, en tot 2009 werd deze door World Rugby gezien als het eerste officiële wereldkampioenschap rugby voor vrouwen.

Van de uitdagingen die het Nederlands rugbyteam heeft doorstaan, was de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Engeland op 14 november 1998 de grootste. Deze legendarische wedstrijd verloor Nederland in Twickenham Stadium met 110-0, maar zal nooit vergeten worden door rugbyend Nederland. Ondanks dat Engeland zestien try’s scoorde, onderschatten zij de Oranje Leeuwen niet. Jeremy Guscott, de Engelse centre, had er het volgende over te zeggen:

“But, after being hit two or three times early on, I knew it wasn’t going to be as easy as my subconscious had told me. The Dutch just did not give up. They just never said never. They battled right to the end.”

Sinds de oprichting van het wereldkampioenschap rugby in 1987 is het Nederland niet gelukt om zich hiervoor te kwalificeren. Natuurlijk werkt het Nederlands rugbyteam hier nog steeds naartoe, om op een dag de nederlaag in Londen goed te maken. Enkele keren per jaar speelt het team in de European Nations Cup, de rugbycompetitie voor Europese landen die niet meedoen aan de Six Nations. Nederland komt in het seizoen 2014-2016 uit in Divisie 1B, de op één na hoogste divisie. Ze spelen hierin tegen België, Moldavië, Oekraïne, Polen en Zweden. In seizoen 2012-2014 speelde Nederland nog in Divisie 2A. Onder bondscoach Alex Chang staat Nederland in 2016 op de 33e plaats op de wereldranglijst van World Rugby. Momenteel zijn oud-RSRC’ers Hugo Langelaan, Pieter Mol en Frank Nijenhuis regelmatig deel van de selectie die het oranje rugbyshirt op zijn borst mag dragen.

Het faillissement van de Nederlandse Rugby Bond in 1923 leek zich 91 jaar later bijna te herhalen toen eind 2014 duidelijk werd dat de bond grote schulden had. Gelukkig hebben alle rugbyclubs de handen ineengeslagen om het Nederlands rugby te redden en de ondergang is voorkomen. Sinds begin 2015 gaat de bond door het leven als Rugby Nederland, en heeft het een frisse richting ingeslagen. Nadat bleek dat rugby in 2015 meer dan 20% ledengroei ondervond, ziet de toekomst er rooskleurig uit voor Rugby in Nederland.